PURMEREND - Met Ondersteunde Communicatie geeft de logopedist iedereen een stem. Niet of nauwelijks kunnen spreken, betekent niet dat je niets te zeggen hebt. Ook de ruim half miljoen Nederlanders die zich via spraak niet (meer) kunnen uitdrukken, hebben behoefte om te communiceren. Door andere communicatievormen en -middelen te gebruiken, kunnen zij zich toch uiten. Veel mensen weten niet dat de logopedist daarbij kan helpen. Daarom staat de Dag van de Logopedie op dinsdag 6 maart 2018 in het teken van Ondersteunde Communicatie (OC).

Een man met ernstige afasie kan, na een training door de logopedist, via een spraakcomputer weer communiceren met zijn vrouw. Een zesjarige jongen met het Downsyndroom die moeilijk verstaanbaar spreekt, leert van de logopedist om ondersteunende gebaren te gebruiken zodat zijn omgeving hem beter begrijpt. Na een intensieve training van en begeleiding door een logopedist kunnen een peuter met ernstige meervoudige beperkingen en haar ouders elkaar, met behulp van een oogbestuurde spraakcomputer met pictogrammen, duidelijk maken wat zij met en van elkaar willen.

Ondersteunde Communicatie
Bovenstaande situaties zijn slechts enkele voorbeelden van de waarde die ‘Ondersteunde Communicatie’ (OC) kan hebben voor mensen die niet of nauwelijks kunnen spreken. ‘OC geeft hen de mogelijkheid mee te doen, zich te ontwikkelen en te laten zien wie ze zijn’, verklaart Hans van Balkom, bijzonder hoogleraar Ondersteunde Communicatie aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

‘In Nederland hebben ongeveer 600.000 mensen, waarvan de helft kinderen en jongeren, problemen met spraak. Maar dat wil niet zeggen dat zij niet willen of kunnen communiceren. Ieder mens vindt het belangrijk om erkend en gezien te worden. Daarom heeft iedereen behoefte aan communicatie, ook als spraak niet mogelijk is. Aan deze levensbehoefte kun je tegemoetkomen door bij taal- en spraakstoornissen gebruik te maken van alternatieve communicatievormen en –middelen: Ondersteunde Communicatie.’

Hulpmiddelen
Bij Ondersteunde Communicatie kun je gebruikmaken van lichaamstaal en ondersteunende gebaren of van eenvoudige hulpmiddelen, zoals een pictobord en fotoklappers. Ook kun je diverse low-tech en high-tech hulpmiddelen inzetten: van spraakcomputers tot tablets en smartphones met een grote variëteit aan apps en bedieningsapparatuur, die geschikt zijn voor tekst- en symboolcommunicatie.

De logopedist kan helpen
Logopedisten kunnen kinderen en volwassenen met ernstige taal- en spraakstoornissen behandelen en begeleiden, vertelt Gerna Scholte, logopedist en taal- en spraakpatholoog bij Response-Able. ‘Logopedisten kunnen een taal-, spraak- en/of communicatieonderzoek afnemen naar het verwerken, begrijpen en uiten van de gesproken of geschreven taal. Ook kunnen zij adviseren bij het kiezen van passende ondersteunende communicatiemiddelen én trainen in het gebruik ervan. Daar betrekken zij alle communicatiepartners nauw bij. Want communiceren doe je nooit in je eentje! Verder kunnen logopedisten oefeningen aanbieden om met behulp van de communicatie-ondersteunende hulpmiddelen het begrijpen, uiten, lezen en/of schrijven te verbeteren.’