PURMEREND - Van 3 maart tot en met 29 juli 2018 kunt u de tentoonstelling ‘NV Arnhemsche Fayencefabriek’ bekijken in het Purmerends Museum.

Zo’n 170 stukken uit de collectie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geven tezamen een beeld van de productie van de fabriek die door de Purmerendse broers Klaas en Jacob Vet in 1907 werd opgericht, nadat hun plateelbakkerij ‘Purmerend’ – door brand was verwoest.

Benno Steenaert

De collectie is afkomstig van verzamelaar Benno Steenaert, die een in zijn soort unieke collectie opbouwde met alle bij de fabriek gemaakt modellen en decors.

De cultuurhistorische waarde hiervan was voor de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) reden om in 2016 een selectie van meer dan 800 stukken als schenking te accepteren. Uitgangspunt van het bezit van de RCE is dat deze geleend kan worden door musea en ministeries.

1903-1906 Purmerend

Oprichters van de Arnhemsche Fayencefabriek waren de in Purmerend geboren broers Klaas (1876-1943) en Jacob Vet (1880-1924). Zij startten in september 1903 de plateelbakkerij ‘Purmerend’ - Jb Vet & Co waar in totaal 112 modellen met lineaire decors op een matglazuur en donker florale decors onder glanzend glazuur werden gemaakt.

1907-1934, Arnhem

In 1906 brandde de fabriek in Purmerend af, maar gelukkig was de firma Jb Vet verzekerd en ook de 112 modellen bleven gespaard. Zij vormden de basis van een nieuwe plateelbakkerij die in Arnhem gestart werd. Bij de oprichting van deze fabriek namen Klaas en Jacob Vet niet alleen de modellen mee. Ook verschillende medewerkers uit Purmerend waren in het eerste decennium bij de productie betrokken, zoals ontwerper Dirk Straus en plateelschilder Philip Lagrand. Zij zijn verantwoordelijk voor de lichte lineaire decors en de donker florale stukken die doen denken aan de Purmerendse periode. Vanaf 1917 veranderden de decors met de komst van Willem Hartgring. Er kwamen succesvolle meerkleurige decors die de hele vaas bedekken, samen te vatten als Goudse Decors.

In 1921 vestigde plateelbakkerij RAM (1921-1935) zich in Arnhem. Hier werden abstracte decors uitgevoerd naar ontwerpen van T.A.C. Colenbrander. Dit bracht de Arnhemsche Fayencefabriek er toe om Decor Nova te lanceren. De fabriek wierp zich eveneens op het gelegenheidsaardewerk; keramiek dat voortkwam uit opdrachten van buitenaf ter gelegenheid van onder meer jubilea. Na het onverwachte overlijden van Jacob Vet in 1924 werd Henri van Hoorn de nieuwe directeur. Klaas Vet raakte al snel met hem in conflict en moest in 1926 vertrekken. Dit sloot het tijdperk van de gebroeders Vet af.

Crisisjaren en sluiting

Door de economische crisis na 1928 belandden de sieraardewerkfabrieken in zwaar weer. Er moest worden bezuinigd en de klappen vielen bij de meest arbeidsintensieve afdeling: de schilders. Op zoek naar goedkopere alternatieven werden de handbeschilderde decors vervangen door gespoten-, spat- of druipglazuurdecors waarvoor nieuwe vormen werden ontworpen. Het mocht helaas niet baten. De fabriek moest in 1934 de deuren sluiten.

Tentoonstelling

De expositie in het Purmerends Museum geeft een chronologisch overzicht van hetgeen er bij de fabriek is gemaakt met hoogte- en dieptepunten. Niet alle modellen en decors zijn aanwezig, maar de aanwezige stukken geven tezamen een goed beeld van de productie van de Arnhemsche Fayencefabriek, gerubriceerd in de groepen Lineair decor, Decor R, Decor M.B., Decor Empire, Bruin en Bruin Reliëf Decor, Decor S.O., Perzisch Decor, Gouds Decor, Decor Nova, Gelegenheids- aardewerk, Monochroom Decor, Spat- en Druipglazuur Decor, Koudlak Decor, Violet Decor en werk van Klaas Vet.

De tentoonstelling duurt tot en met 29 juli 2018.