Minister Dijkstra: “Als je je bedenkt dat we in ons land ruim 8,8 miljoen vrouwen hebben, en dat bijna iedere vrouw te maken krijgt met zo’n aandoening, dan is het toch onbegrijpelijk dat hier zo weinig kennis over is. En zonder deze kennis kunnen we deze aandoeningen niet goed behandelen. Daar mogen we niet langer van wegkijken. Want een probleem van vrouwen, is een probleem van iedereen.”
Rapport “Maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen”
Op initiatief van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en Women Inc. en in opdracht van ZonMw is onderzoek uitgevoerd naar de maatschappelijke acceptatie van vrouwspecifieke aandoeningen. De indieners van het rapport uiten hun zorgen over “het gordijn van vrouwenkwaaltjes” waar een verborgen realiteit in schuilt: de impact van vrouwspecifieke aandoeningen blijkt veel groter dan voorheen bekend. Uit het onderzoek blijkt dat vrouwspecifieke aandoeningen vaak voorkomen en een grote impact hebben op kwaliteit van leven. Daarnaast bleek dat deze aandoeningen veel invloed hebben op verzuim en de daarmee gemoeide kosten en zorgen voor hoge zorgkosten. Er is onvoldoende aandacht en onderzoek naar dit thema.
Samen met zorgverleners
In het NVOG-rapport wordt gevraagd om ervoor te zorgen dat er meer aandacht komt voor vrouwspecifieke aandoeningen, omdat die een grote impact hebben op de zorg en de maatschappij. Als vrouwen minimaal één keer in hun leven met de in het rapport genoemde aandoeningen te maken krijgen dan lijkt het logisch dat daar dan ook meer onderzoek naar gedaan wordt. Daarom roept minister Dijkstra zorgverleners op om meer onderzoek te doen naar gezondheidsklachten bij vrouwen. Dat kan bijvoorbeeld door gebruik te maken van de beschikbaarheidsbijdrage academische zorg.
Minister Dijkstra stelt op haar beurt extra financiële middelen beschikbaar om een kennisprogramma vrouwspecifieke aandoeningen op te zetten. Het kennisprogramma moet een kennisagenda en een bijdrage leveren aan een nationale strategie rondom vrouwengezondheid. Ook biedt het programma ruimte om nader onderzoek en ondersteuning uit te laten voeren naar vrouwspecifieke aandoeningen. De partijen die hebben meegewerkt aan het rapport zullen worden betrokken bij de vormgeving van dit kennisprogramma. Daarnaast zal Dijkstra hierover in gesprek gaan met andere departementen. Er ligt een gedeelde verantwoordelijkheid om te zorgen dat vrouwen passende zorg en ondersteuning krijgen.