AMSTERDAM - De animo onder jongeren om zelf vuurwerk af te steken neemt af. Van de 18- tot 24-jarigen zegt iets minder dan een derde (32 procent) komende jaarwisseling waarschijnlijk zelf vuurwerk af te steken. Vorig jaar was dat nog iets minder dan de helft (45 procent).

Dat blijkt uit een onlineonderzoek van I&O Research onder ruim 3000 mensen in opdracht van het tijdschrift Binnenlands Bestuur.

'Meer twijfel'
Het aandeel Nederlanders dat waarschijnlijk vuurwerk gaat afsteken tijdens oud en nieuw is ­gedaald van 19 naar 16 procent, terwijl het aandeel dat 'waarschijnlijk geen' vuurwerk gaat afsteken, is gestegen van 13 naar 16 procent. "Dit zou erop kunnen wijzen dat er onder vuurwerkafstekers meer twijfel is", aldus de onderzoekers.

Een algemeen vuurwerkverbod voor particulieren kan rekenen op de steun van 48 procent van de Nederlanders, concludeert I&O. Als een algemeen verbod wordt gecombineerd met een vuurwerkshow op een centrale plaats in de gemeente komt het aandeel voorstanders uit op een meerderheid van 55 procent.

Handenvol werk voor politie
Een particulier vuurwerkverbod zal de politie vermoedelijk handenvol werk opleveren rondom de jaarwisseling. Uit het onderzoek blijkt dat zo’n verbod veel mensen er niet van zal weerhouden toch zelf vuurwerk af te steken. 29 procent van de vuurwerkafstekers is niet van van plan zich de traditie te laten afpakken.

Eén op de vier Nederlanders geeft aan ­tijdens de jaarwisseling overlast te ervaren van vuurwerk. Buiten die periode is die hinder nog groter: 44 procent van de ­Nederlanders.

Verdere beperking afsteektijden
Een groeiende groep Nederlanders vindt dat er een verdere beperking van de afsteektijden moet komen. In 2016 vond 29 procent dat, dit jaar 38 procent.

Vuurwerk afsteken mag op 31 december van 18:00 uur tot 1 januari 02:00 uur. Van de volwassen vuurwerkafstekers heeft 63 procent daar vrede mee. Een ­kleine groep (14 procent) zou eerder ­willen beginnen met afsteken.